1. van kater naar hond
Op mijn 7de begon ik met piano spelen. En toen ik 14 was wist ik: ik wil pianist worden. Maar na mijn studie hoofdvak Piano verliet ik Cum Laude het Conservatorium tóch met een kater.
Ik had niet geleerd wat ik wilde leren, namelijk: een degelijke basis voor piano spelen, handvatten, een route, een stappenplan. Ik voelde mij onzeker en niet capabel als pianist. Ik miste 'een goed recept'.
Boos en ontdaan dacht ik: 'dan doe ik het wel alleen!'. Ik begon met lesgeven, iets wat ik met heel veel plezier doe. Al gauw had ik een bloeiende lespraktijk en daar kon ik goed van rondkomen. Dat gaf veel voldoening. Maar ik wilde ook pianist worden. En dus ging ik mijn eerste solo-optredens organiseren.
Vol goede moed ging ik aan het studeren. Ik koos de mooiste stukken uit die ik op mijn verlanglijstje had staan. Ik was autodidact en wist wel hoe je moest oefenen. Maar dat viel enorm tegen. Het was veel moeilijker en zwaarder dan ik dacht! Ik kreeg geen antwoorden op mijn vragen.
De optredens kwamen er. Het ging redelijk. Ik ploeterde mezelf erdoor. Maar het was meer overleven dan genieten. De doorbraak waar ik op hoopte bleef dus uit. Mijn zelfvertrouwen was nog verder gedaald. Ik kwam alleen niet verder. En dus zocht ik hulp. Net zoals mijn hond die over de roltrap geholpen moest worden.